Vincent maakt in Nuenen de keuze om het dagelijkse, harde leven van boeren en wevers als uitgangspunt voor zijn schilderen te nemen.
Zijn verblijf in Nuenen is één van de belangrijkste en meeste productieve periodes in zijn leven. Van december 1883 tot november 1885 maakt hij een kwart van zijn totale oeuvre.
In Vincents tijd in Nuenen woont familie De Groot in een boerderij naast molen De Roosdonck. Hij is veel bij hen te vinden. Hij schildert en tekent hen, als groep en losse portretten. Het zijn studies om tot zijn eerste grote meesterwerk te komen: De aardappeleters. Het schilderij toont de familie De Groot rond een dampende schotel met aardappelen, en koppen koffie.
Vooral dochter Gordina, Sien, zien we vaak terug in deze werken.
Met een groot stuk van meerdere figuren hoopt Van Gogh zich te bewijzen voor de buitenwereld. Maandenlang oefent hij op het schilderen van portretten, handen, het interieur, klok en bestek: tientallen studies gaan aan De Aardappeleters vooraf. Na alle voorbereiding schildert hij dit omvangrijke groepsportret in zijn atelier bij Schafrath in april en mei 1885.
Over het resultaat is hij zelf tevreden. Vincent beschouwt De aardappeleters als zijn eerste volwaardige werk. Maar zijn broer Theo en de bevriende kunstenaar Anthon van Rappard hebben grote kritiek op het werk.
Het huisje waar de familie de Groot woonde, is er nog steeds. Het staat vlakbij molen De Roosdonck. Je komt hier langs als je het boekje Op Pad met Vincent gebruikt, of als de Nuenense editie van de Van Gogh Nationaal Park wandeling loopt.
“ In de werkelijkheid zie ik dagelijks in de sombere hutten effekten tegen ’t licht in of s’avonds in de schemering, die zóó curieus zijn dat tot nog toe mijn werk me nog te licht voorkomt voor die effekten in kwestie ”
brief 506, Vincent Van Gogh aan Theo van Gogh